We use cookies from third party services for marketing activities and to offer you a better experience. Read about how we use cookies and how you can control them by clicking "Privacy Preferences".
Dit zou Gerrit Rietveld zich hebben afgevraagd toen hij in 1955 door het bestuur van de Arnhemse Academie voor de kunsten werd gevraagd om een gebouw voor hen te ontwerpen.
Een belangrijk uitgangspunt voor Rietveld was dat het gebouw de studenten niet mocht afleiden of beïnvloeden. Het gebouw moest daarom neutraal en open zijn. Een geprefabriceerd betonskelet met glazen omhulling sloot aan bij deze gedachte. Dit basisidee van Rietveld werd vervolgens uitgewerkt door Joan van Dillen en Johan van Tricht; twee bureaumedewerkers waarmee Rietveld zich in 1961 associeerde.
Het gebouw valt onder het ‘functionalisme’, een architectuurstroming waarbij de vorm en het uiterlijk van het gebouw wordt bepaald door haar functie. Alles moet een logisch doel hebben, zonder ornamenten en andere versieringen die enkel de schoonheid dienen. Architecten als Gerrit Rietveld meenden dat deze schoonheid ook bereikt kon worden door een logische vertaalslag te maken uit de functie van het gebouw.
Op 7 juni 1963 werd het Rietveldgebouw officieel geopend. Het behoort tot het ‘late werk’ van Rietveld, die in 1964 overleed. De horizontaliteit van het gebouw, de vliesgevels, witte bakstenen en het ruimtelijk ontwerp karakteriseren de geheel nieuwe bouwstijl die Rietveld introduceerde in Arnhem.
TAK architecten is gevraagd om een architectuuranalyse van het gebouw op te stellen, baserend op de cultuur(bouw)historische context. Vervolgens wordt verkend welke mogelijkheden er zijn voor de gewenste verbetering van de toegankelijkheid en door ArtEZ zeer gewenste aanpassingen in en om het gebouw. Vanuit de analyse wordt een verkennende waardestelling van de architectuur met toelichting opgesteld, die beschouwd kan worden als niet alleen toetsingskader maar vooral werkinstrument voor de planvorming rondom de verbetering van de toegankelijkheid, maar ook eventuele latere ontwikkelingen.